Publicatie rapport 56 over de multilaterale gegevensuitwisseling door de AIVD over (vermeende) jihadisten
Vandaag publiceert de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) haar toezichtsrapport over de multilaterale gegevensuitwisseling door de AIVD over (vermeende) jihadisten (rapport nr. 56). Het onderzoek richt zich op de uitwisseling en verwerking van persoonsgegevens door de AIVD binnen de Counter Terrorism Group (CTG) en op het terrein van signals intelligence (sigint). De CTIVD komt tot de conclusie dat er aanvullende waarborgen voor rechtsbescherming moeten komen nu nieuwe vormen van samenwerking zich in rap tempo hebben ontwikkeld. Deze samenwerking is naar haar vorm intensief en kent een groot aantal deelnemers. De dynamiek hiervan kan een zwaardere inmenging in de privacy tot gevolg hebben. De huidige uitvoeringspraktijk van de AIVD blijft overigens grotendeels binnen de kaders van de wet.
De AIVD neemt deel aan nieuwe vormen van samenwerking met meerdere buitenlandse diensten. Samenwerkingspartners staan fysiek dichter bij elkaar en er is naast uitwisseling sprake van een gezamenlijke opslag en verdere verwerking van persoonsgegevens. Dit levert niet alleen een grote bijdrage aan de effectiviteit van de samenwerking, maar roept ook nieuwe vragen op over de waarborgen voor bescherming van grondrechten en de effectiviteit van het toezicht. Zo is de inmenging in de privacy van de burger door de omvang van de uitwisseling en de intensiteit van de gezamenlijke gegevensverwerking groter dan bij het enkel delen van gegevens. De CTIVD constateert dat aanvullende waarborgen voor de privacy nodig zijn.
Voorbeelden van nieuwe vormen van samenwerking zijn het in 2017 geopende operationeel platform van de CTG en de in 2016 opgerichte CTG database met geëvalueerde persoonsgegevens. Aan de CTG nemen de diensten van 30 landen deel. De CTIVD beveelt aan dat voor deze nieuwe vormen van samenwerking een gemeenschappelijk kader wordt ontwikkeld dat is gebaseerd op de algemene beginselen voor gegevensbescherming en dat geldt voor alle deelnemende landen. Zo zijn gezamenlijke afspraken onder meer nodig over de gevallen waarin persoonsgegevens in de database worden opgenomen, de betrouwbaarheid van die gegevens, het actueel houden daarvan, het beheer van de database door de AIVD, het vernietigen van gegevens die niet meer relevant zijn. Deze zij nu onvoldoende aanwezig.
Ook het toezicht behoeft versterking in dit verband. Een adequaat niveau van gegevensbescherming voor deze specifieke vormen van samenwerking vraagt om toezicht dat verder reikt dan uitsluitend de som van het nationaal toezicht van elk van de deelnemende landen. De CTIVD beveelt aan te voorzien in gezamenlijk toezicht. Hiervoor zijn verschillende inrichtingswijzen denkbaar.
De resultaten van het onderzoek geven een foto van de huidige stand van de ontwikkeling in de multilaterale samenwerking tussen de AIVD en buitenlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten. De bestaande uitvoeringspraktijk van de AIVD blijft grotendeels nog binnen de kaders van de wet. Alle onderzochte persoonsgegevens die door de AIVD in de periode van begin 2015 tot medio 2017 zijn uitgewisseld, voldeden aan de wettelijke vereisten van noodzakelijkheid, proportionaliteit en zorgvuldigheid. Wel is sprake van twee structurele onrechtmatigheden: het niet maken van een risicoweging voorafgaande aan de samenwerking en het niet duiden van de betrouwbaarheid van door de AIVD verstrekte persoonsgegevens.
De AIVD heeft zich in de onderzoeksperiode actief ingezet te komen tot het sneller en effectiever multilateraal uitwisselen van persoonsgegevens. De ontwikkeling van nieuwe vormen van samenwerking is onder de druk van de omstandigheden snel gegaan en is noodzakelijk in de bestrijding van het terrorisme. Het is nu belangrijk dat de ontwikkelfase waarin de samenwerking zich bevindt, wordt gevolgd door een fase waarin aandacht wordt besteed aan adequate gezamenlijke waarborgen voor rechtsbescherming en effectief toezicht. De aanbevelingen van de CTIVD zijn erop gericht aanvullende waarborgen te stellen en daarmee onrechtmatig handelen van de AIVD te voorkomen.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft, mede namens de minister van Defensie, op 28 maart 2018 de aanbiedingsbrief van CTIVD rapport nr. 56 naar de Tweede Kamer verstuurd.
Het rapport heeft de volgende bijlagen: Opzet en methodiek (bijlage I), Waarborgen (bijlage II), Begrippenkader (bijlage III) en Deskundigenbericht (bijlage IV). Het rapport bevat tevens een geheime bijlage. Bij dit rapport is een persbericht opgesteld.